Gerbils

De gerbil is een knaagdier met een lange staart. De diertjes hebben korte voorpoten en lange achterpoten waar ze op gaan staan als er gevaar dreigt. Gerbils zijn nieuwsgierig, bewegelijk en zijn geen knuffeldieren.

Er zijn verschillende soorten gerbils. De meeste soorten komen uit de half-woestijngebieden in Noord-Afrika en in het Midden-Oosten. De gerbils op de boerderij worden Mongoolse gerbils genoemd en komen uit de regio van Mongolië en Noord-China. Gerbils worden ook vaak woestijnratten of springmuizen genoemd. Deze naam klopt niet, want gerbils zijn niet verwant aan ratten en muizen.

Gerbils leven in droge streken met grote temperatuurverschillen. Om te overleven graven ze een gangenstelsel die ze tegen de kou, warmte en roofdieren beschermt.

Gerbils kun je het beste met zijn tweeën houden. Een aquarium met een luchtdoorlatende kap van minimaal 80cm is zeer geschikt om de beestjes in te houden. Doordat gerbils weinig plassen hoef je het hok ook maar weinig te verschonen.

Een gerbil is niet echt een knuffeldier en dus moet je heel voorzichtig met een gerbil omgaan. Als je bijvoorbeeld de staart verkeerd vastpakt kan deze afbreken! Je dient de gerbil altijd met één hand op te pakken en je andere hand de gerbil ondersteunen.

Voor gerbils is er speciaal gerbilvoer verkrijgbaar. Het voer kun je het beste in een stenen bakje doen en het water in een flesje of een stenen bakje.